MINITRACHEACANULE – ASSISTEREN BIJ INBRENGEN
- Peter Roodnat
- 24 aug 2022
- 2 minuten om te lezen
DOEL
Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan het assisteren bij het inbrengen van een minitrachea-canule met als doel toegang verkrijgen tot de luchtwegen om bronchiaal toilet te kunnen uitvoeren.
TOEPASSING
Care afdelingen binnen het Albert Schweitzer ziekenhuis.
BEVOEGDHEDEN
| 1 | 2 | 3 |
opdracht arts | x | | |
voorbereidende handelingen | | x | x |
assisterende handelingen | | x | x |
nazorg handelingen | | x | x |
Verklaring bevoegdhedenmatrix:
1 = intensivist
2 = Care-verpleegkundige
3 = Care-verpleegkundige i.o. / stagiaire
De Care-verpleegkundige i.o. of stagiaire mag deze handeling verrichten nadat aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:
- de theorie op school behaald is
- deze handeling middels een leerdoel in de praktijk behaald is
- de werkbegeleider is akkoord dat de leerling / stagiaire deze handeling verricht.
WERKWIJZE
* Indicaties
- onvoldoende kunnen ophoesten van sputum
* Voorbereiding
- controleer de stolling en of er antistolling wordt gebruikt!
- bespreek met de arts evt. sedatie of pijnstilling
Verzamel de volgende benodigdheden:
- steriele minitracheacanule inbrengset (incl. canulefixatiebandje)
- end tidal CO2 meter(Emma)
- steriel afdeklaken
- huiddesinfectans
- steriele handschoenen
- Metalline 6x7 kompres
- lokaal anaestheticum ( Lidocaïne 1% + adrenaline 1:200.000)
- spuit, 10 ml
- steriele opzuig-/ en intramusculaire naald
- steriele gazen 10 X 10 cm
- waterset met masker
- uitzuigbenodigdheden (!!! uitzuigslang Ch10)
- celstofmatje
* Uitvoering
- controleer tijdens de inbrengprocedure bloeddruk, hartritme, ademhaling en SaO2
- zonodig maagretentie bepalen en maag ledigen
- positioneer patiënt in rugligging met iets overstrekte hals of in overleg met arts
- leg celstofmatje en zonodig een handdoekrolletje onder de nek
- desinfecteer de huid (de minitracheacanule wordt ingebracht in de trachea, een vinger onder het cricoid kraakbeen door de 2e of 3e kraakbeenring)
- arts geeft lokaal anaestheticum
- arts trekt steriele handschoenen aan
- arts dekt ter hoogte van insteekplaats steriel af
- arts desinfecteert de huid
- arts brengt minitracheacanule in
- canule wordt gefixeerd met bandje (2 vingers ruimte tussen canule fixatiebandje en huid)
- breng Metalline 6x7 kompres aan rond canule
* Nazorg
- voer relevante gegevens in het PDMS in of noteer deze op de Care-daglijst
- controleer op nabloeden
- zonodig sputum uitzuigen
- positioneer de patiënt weer in de gewenste houding
COMPLICATIES
- bloeding
- braken/ aspiratie
- hartritmestoornissen (vagus prikkeling)
- laryngeale zenuwbeschadiging
- oesophagale beschadiging t.g.v. introductie
- subcutaan of mediastinaal emfyseem
- infectie
BIJZONDERHEDEN
- canule is doorgaans afgedopt. Cave: dopje goed bewaren
- in het setje zit een opzetstukje waardoor eventueel CPAP of ballonbeademing kan worden toegepast of kan worden verneveld
- in overleg met arts wordt in sommige gevallen dopje eraf gelaten, b.v. bij een patiënt met stridor
LITERATUUR
- Brink G.T.W.J. van den, e.a. Leerboek intensive care verpleegkunde, deel 2, uitgeverij Elsevier/De Tijdstroom, Maarssen, vierde druk 2003
Commentaires